Instructieonafhankelijk? Weg ermee!
Soms lees je een woord waardoor je in één keer begrijpt hoe misverstanden de wereld in komen. Dergelijke woorden representeren een kortzichtigheid die mij boos maakt! De bedenkers van zo’n woord hebben geen idee hoe verstrekkend de gevolgen voor een leerling kunnen zijn.
Het woord ‘instructieonafhankelijk’ is zo’n woord. Het getuigt van onbegrip ten aanzien van het concept leren. De term instructieonafhankelijk wordt gebruikt om vanuit de organisatievorm convergente differentiatie je groep in te delen op basis van drie instructieniveaus. De term verwijst naar de hoogste niveaugroep, leerlingen die de hoogste prestaties leveren. Deze zogenoemde instructieonafhankelijke leerlingen zouden in staat zijn om met een minimale instructie aan de slag te gaan met de taken uit het reguliere leerstofaanbod en dan toch heel goede resultaten te behalen. Nou, volgens mij is er dan iets wezenlijk mis met de onderliggende opvatting over leren.
In het dagelijks leven leid ik leraren Primair Onderwijs op tot specialist begaafdheid. In die opleiding ligt de nadruk op het concept leren, de rol van de leraar en het afstemmen op onderwijsbehoeften. Vanuit dat perspectief merk ik dagelijks hoe de term instructieonafhankelijk kwalijke gevolgen heeft voor deugdelijk onderwijs aan begaafde leerlingen.
Het idee dat juist deze leerlingen met een minimale instructie de leerstof zouden moeten kunnen begrijpen, maakt een grote misvatting zichtbaar. Het is namelijk niet zo dat begaafde leerlingen allemaal per definitie graag zelfontdekkend en zelfsturend leren. Het is ook niet zo dat begaafdheid synoniem is met nul fouten maken en alles kunnen. Noch is het zo dat begaafdheid betekent dat je de dingen niet hoeft te leren maar ze gewoon kunt als je ze aangeboden krijgt! Bovendien vinden echt niet alle begaafde leerlingen het fijn om steeds zelf uit te vogelen wat er inhoudelijk van hen verwacht wordt als ze een taak moeten maken.
In sommige gevallen zien we dat scholen helemaal uit de bocht vliegen. Dan wordt de term instructieonafhankelijk ingevuld als ‘helemaal zonder instructie’. De begaafde leerlingen die mij onlangs vertelden dat zij geen instructie op hun taal en rekenen kregen omdat zij dat niet nodig zouden hebben, waren behoorlijk moedeloos. Niet omdat hun resultaten zo slecht waren hoor… Nee, die bleven wel goed. De leerstappen in hun aanbod waren zo klein dat mislukken bijna niet mogelijk was. Ze waren juist moedeloos omdat ze wisten dat ze daardoor niets leerden. Een van hen zei het heel mooi: “De kinderen aan de instructietafel, die leren pas echt wat. Als zij hun taak afhebben, dan kunnen ze iets wat ze zonder de extra hulp van de juf echt niet voor elkaar kregen. Zij doen pas écht moeilijke dingen. Ik ben instructieonafhankelijk. Ik denk dat dit betekent dat ik niets hoef te leren, want aan het eind van mijn schooldag kan ik niets wat ik aan het begin van de dag niet ook kon. Ik wilde dat ik het eens nodig had om aan de instructietafel te zitten. Dan zou ik ook eens iets doen wat echt moeilijk was.”
Als het om leren gaat, moet de term instructieonafhankelijk in de ban. Wie werkelijk leert, moet het genoegen smaken daar een goede instructie op te krijgen. In alle andere gevallen moet je je afvragen of je dan niet beter over bezigheidstherapie kunt spreken.
Deze column is geschreven door
Eleonoor van Gerven, Slim Educatief
Eleonoor van Gerven is pedagoog.
In haar praktijk Slim! Educatief leidt zij leraren op om vanuit een inclusieve gedachte passend onderwijs aan begaafde leerlingen te verzorgen.
www.slimeducatief.nl.