E-learning: het draait om didactiek
E-learning maakt het mogelijk om uitdagende leeromgevingen te creëren. Bijvoorbeeld in de klas waar het de toepassing van passend onderwijs ondersteunt, of bij professionalisering van leerkrachten waarbij zij zelf hun moment kunnen kiezen waarop ze zich willen scholen. Een overzicht van de voor- en nadelen van e-learning vindt u op mijn website e-learningmaken.nl.
Werken en leren integreren
Dankzij e-learning kunnen leerkrachten op verschillende locaties gemakkelijker samenwerken en ict gebruiken om met elkaar te communiceren en kennis te delen. Leren en werken vindt dan geïntegreerd plaats. U kunt bijvoorbeeld een congresverslag in beeld, geluid en tekst toegankelijk maken, zodat collega’s er ook iets van kunnen leren. Leerkrachten kunnen met behulp van ict snel databases, inhoud van cursussen of collega’s raadplegen als zij een probleem in hun werk tegenkomen. Of hun lessen filmen en delen met collega’s en zo elkaar feedback geven.
Alles draait om de didactiek
Maar hoe u ict ook inzet, didactiek is en blijft belangrijk. Kennisoverdracht, vaardigheden en inzicht, het gaat erom hoe u dat overbrengt naar de leerlingen, ze motiveert en de lessen opbouwt. En dat wordt nogal eens vergeten. Zowel in lesopbouw als bij het toepassen van werkvormen. Zeker ook in e-learning. Er wordt veel gepraat en geschreven over ‘apps’ en de toepassingen ervan binnen lessen. Maar passen deze apps wel binnen uw didactische visie?
Kijk naar de leersituatie en de kernvragen die daarbij gesteld worden. Deze kernvragen richten zich op:
- De beginsituatie van de leerling
- De doelen
- Het inrichten van de ‘leeromgeving/les’
- Het evalueren van de doelen
Dit geldt zowel voor de toepassing van leertrajecten voor uw leerlingen alsook voor de professionaliseringstrajecten van uw leerkrachten! Gebruikt u bijvoorbeeld voor uw leerlingen een digitale portfolio met ‘bewijsmateriaal’? En doet u dat ook bij uw leerkrachten?
Lerarenregister
Voor uw leerlingen denkt u na over ‘nice-to-have’ of ‘need-to-have’ kennis en vaardigheden. Daarop baseert u de keuzes in het curriculum. En hoe doet u dat bij het scholingsaanbod voor uw leerkrachten? Voor leerkrachten is er al een duidelijke richtlijn. Het lerarenregister zegt hierover:
In omvang dient de leraar zijn activiteiten ten behoeve van de professionele ontwikkeling te kunnen verantwoorden voor tenminste 160 registeruren (RU) over een periode van vier jaar. Ten minste 100 uur daarvan heeft betrekking op het primaire proces ofwel het leren van leerlingen: de vakinhoudelijke bekwaamheid en de pedagogische en didactische bekwaamheid.
Meeneemrecht
Als u met uw team nu al begint met de vrijwillige registratie van scholing, dan heeft de leerkracht daar veel voordeel bij. Door het meeneemrecht heeft de leerkracht dan een langere periode dan 4 jaar om te voldoen aan de criteria voor herregistratie in 2021 die in het wettelijke regime van kracht zullen worden.
Twee vragen
Er zijn dus twee belangrijke vragen te beantwoorden bij de keuze van e-learningcursussen of apps in uw leertrajecten, of het nu gaat om leerlingen of leerkrachten:
- Past de toegepaste didactiek in uw onderwijsvisie?
- Zet u de e-learning in op ‘nice-to-have’ of ‘need-to-have’ leertrajecten?
Deze column is geschreven door
Klaas Bellinga, E-learning Wizard BV
Klaas Bellinga is directeur van E-learning Wizard. Hij adviseert scholen en besturen over nascholing en de implementatie van e-learning en blended learning. E-learning Wizard biedt met de Lerarenacademie een complete e-learningacademie aan waarmee besturen invulling kunnen geven aan nascholing van leerkrachten, ib'ers en schooldirecteuren.