Vertrouwen
‘Het aanbieden van adaptief onderwijs kan niet los staan van het pedagogisch klimaat in de klas. De leerhouding van kinderen kan pas optimaal worden als er sprake is van een klimaat waarin sprake is van ondersteuning, uitdaging en vertrouwen. Vertrouwen is daarbij de basis van de samenwerking tussen leerkracht en kinderen en kinderen onderling.’
Dit fragment komt uit een boeiend artikel van onderwijskundige en methodeontwikkelaar Jos Cöp (zie: www.wij-leren.nl). En hoezeer ik adaptief onderwijs ook een warm hart toedraag – dat wordt de nieuwe revolutie in het onderwijs – wil ik nu alleen het woord ‘vertrouwen’ eruit lichten. Cöp schrijft: zonder vertrouwen is geen verbetering mogelijk. Een waar woord.
Cöp heeft het over de relatie leerling-leraar. Maar geldt dit ook niet voor de relatie leraar-directeur? Natuurlijk, hoor ik u zeggen, helemaal mee eens! In een angstcultuur, in een situatie waarin iedereen op zijn hoede is, verandert niets ten goede. Zeker niet duurzaam. Maar laat ik u een voorbeeld geven. Mijn eerste directeur was heel aardig, altijd een schouderklopje, nooit een verkeerd woord. Toch bleek hij later niet zo aardig te zijn, noem hem gerust achterbaks, want via via kreeg ik te horen dat ik toch wel heel hoog van de toren blies en niet zo’n grote mond moest hebben. Daar was hij niet van gediend! Hij had gelijk overigens, je bent jong en je zegt wat, maar zeg het dan recht in mijn gezicht.
Vertrouwen geven is geen gemakkelijke opgave voor een directeur (m/v). Ook hij is immers maar een mens van vlees en bloed, ook hij kan zich beledigd voelen, onheus worden bejegend of erger in zijn eer worden aangetast. Tja, dan wil je ook weleens even stoom afblazen bij een collega en je gram halen. Zo gaat dat!
Op een vacaturesite verschijnt de volgende tekst. De ideale kandidaat:
- Is een ervaren schoolleider
- Heeft een onderwijskundige visie en kan deze inspirerend uitdragen
- Is daadkrachtig en besluitvaardig
- Is communicatief zeer vaardig
- Is open en toegankelijk
- Heeft ervaring met bouwprocessen van een Brede School
- Heeft affiniteit met de (protestants-)christelijke identiteit
- Heeft een academisch werk- en denkniveau
- Heeft een visie op onderwijskundig leiderschap in relatie tot school- en organisatieontwikkeling
- Heeft affiniteit met en kennis van brede maatschappelijke ontwikkelingen, in het bijzonder met betrekking tot jeugd en welzijn
- Beschikt over bewezen ondernemingszin en netwerkkwaliteiten
Nee dus, de ideale kandidaat is eerlijk, kun je blindelings vertrouwen en is bijzonder integer. Hij hoeft niet perfect te zijn, maar moet wel hart voor de leerkrachten en de leerlingen hebben. Hij moet meevoelen, meeleven, lachen en treuren. En oké, hij moet ook nog over de bovenstaande eigenschappen beschikken. Maar dan wel graag in die volgorde. Geen gemakkelijke baan, wel een mooie, succes ermee.
Deze column is geschreven door
Frank Stienissen, PO Management
Frank Stienissen is hoofdredacteur van PO Management.
Frank Stienissen bekijkt het onderwijs met verwondering, een knipoog en een glimlach. Het boek Onderwijsvitaminen bevat een selectie van de columns die Frank de afgelopen jaren voor diverse onderwijsbladen geschreven heeft.
De onderwijsvitaminen zijn voor de werkvloer bestemd, voor de schoolleider en de leraar die het beste uit het kind én uit zichzelf wil halen. Ter lering en vermaak. Niet meer, niet minder. De aanbevolen wekelijkse dosering zorgt voor meer motivatie en inspiratie op school.
Met uw account kunt u het e-book Onderwijsvitaminen gratis downloaden op http://www.pomanagement.nl/whitepaper/179/.