Maatwerk voor het gemiddelde kind
Herkent u dit? Voert u de laatste tijd ook verhitte gesprekken hierover in de medezeggenschapsraad? Toen ik er voor het eerst mee geconfronteerd werd, dacht ik, misschien hebben ze wel een beetje gelijk. We besteden inderdaad best veel aandacht aan kinderen met dyslexie, rekenproblemen of bijvoorbeeld kinderen die er aan de bovenkant uitschieten.
Maar gaandeweg kwam ik tot de conclusie dat deze veelgehoorde ‘oudergeluiden’ geen hout snijden. Ons onderwijs is immers helemaal toegespitst op het 'gemiddelde' kind. Onze methodes zijn erop afgestemd. Onze leerkrachten zijn ervoor opgeleid. Het hele systeem, ons hele onderwijs sluit naadloos bij deze gewone, gemiddelde leerlingen aan. Waar zijn ze nou jaloers op?
Ik heb zelf een kind dat aan de bovenkant zit, eentje die gemiddeld is en eentje die dyscalculie heeft. De laatste heeft daar vreselijk onder geleden. Ooit zei ze tegen mij: ‘Pap, ik zou ook graag een gewoon boek voor me hebben liggen, maar ik moet op de gang mijn eigen werk maken. En de juf was me nog vergeten ook, omdat ze het zo druk had.’ Haar verdriet was enorm. Dat gun je niemand. En ook op hoogbegaafde leerlingen hoef je absoluut niet jaloers te zijn. Hoe vaak komen ouders niet naar mij toe met de mededeling: ‘Gelukkig dat hij nu wat extra aandacht krijgt, dat hij in een aparte groep zit. Ik zie nu weer een totaal ander kind. Hij zit nu weer lekker in zijn vel. Daar rijd ik graag elke dag twintig kilometer voor heen en weer.’
Ouders van gemiddelde leerlingen mogen zich gelukkig prijzen. Hun kinderen hebben geen eigen leerlijn nodig. Deze kinderen worden niet vergeten omdat ze geen uitzonderingspositie innemen. Deze kinderen staan al in het middelpunt van de belangstelling. Voor hen geen passend onderwijs omdat het reguliere onderwijs hen als gegoten zit. Dat moest mij even van het hart.
Deze column is geschreven door
Herman Langhorst, Stichting Kindpunt
Herman Langhorst is voorzitter College van Bestuur Stichting KindPunt; kindcentraal onderwijs van 0 tot 12. Een stichting met vijf kleurrijke, breed toegankelijke scholen met een christelijke identiteit. Hij streeft naar optimale ontplooiing voor alle leerlingen binnen een veilig klimaat. Iedereen moet zich gerespecteerd en geaccepteerd voelen.